2023: Samen stad maken

watertorenberaad werkconferentie 2023 zwolle

Zwolle ziet kloof tussen fysieke en sociale investeringen verdwijnen

De conferentie van het Watertorenberaad, op 1 november 2023, draaide om de vraag hoe de kloof tussen geldstromen in het fysieke en in het sociale domein kan worden overbrugd. Het was een hoopgevende middag, omdat er al veel aanzetten en aanwijzingen zijn dat politiek Den Haag en talloze andere actoren in de samenleving de noodzaak hiervan inzien. De conferentie vond plaats in theater Odeon in Zwolle en was zeer goed bezocht. 

De conferentie bouwde voort op het eerder dit jaar verschenen rapport Gebied en Gemeenschap. Maatschappelijk gestuurde gebiedsontwikkeling.   

Overgeorganiseerd 

Het was Albert Jan Kruiter (Instituut voor Publieke Waarden) die de urgentie van het overstijgen van de kloof schetste. Ons huidige organisatiesysteem is niet lang(er) meer houdbaar. Het is te duur, er zijn te veel mensen voor nodig. Mensen die we niet hebben. Opvallend is daarbij dat naar schatting een derde van de zorgkosten verbonden is met wonen.  

Het publiek reageerde hoorbaar verbaasd toen hij voorbeelden gaf over de kosten van individuele zorgtrajecten en de miljardenbesparingen die mogelijk zijn wanneer zulke trajecten vermeden kunnen worden. Bijvoorbeeld door voldoende ruim en betaalbaar wonen aan te bieden, aan jongeren, kwetsbare gezinnen en ouderen. Door plek en aandacht voor ontmoeten en samenzijn. Door een beter aanbod van voorzieningen zoals praktisch geschoold werk nabij, buurt- en jongerencentra,  jeugdbegeleiding. Door aandacht voor gemeenschapsvorming. Dit vraagt om een combinatie van fysiek faciliteren en (sociaal-economisch) actief programmeren. Nederland is echter overgeorganiseerd en te verkokerd geraakt, waarbij deze zo belangrijke verbinding uit het zicht verdwijnt.  

Bestaanszekerheid en ‘eenvoud’ in het publieke domein zijn nodig om de maatschappelijke en zorgkosten te beteugelen. Mensen kunnen heel veel problemen zelf oplossen, als ze maar wat eigen ruimte, voldoende geld en keuzeruimte beschikbaar hebben, zo zette Kruiter uiteen.  

Hartkamer  

Daarbij is de invloed van hoe we onze steden, wijken en gebouwen ontwikkelen en inrichten, groot. Door aandacht te geven aan  wat nodig is voor het tot stand komen van gemeenschapsvorming .  

De Spoorzone van Zwolle was het belangrijkste voorbeeld van de dag. Wethouder Gerdien Rots en directeur Liesbeth Borsboom schetsten – met trots – hoe zij van de Spoorzone de ‘tweede hartkamer’ van de stad willen maken en hoe de gemeente, de projectontwikkelaars, instellingen (o.a. onderwijs, cultuur) en bedrijven daarmee al bezig zijn. Dit geluid werd versterkt door de nieuwe ‘stadsbouwmeester van de Zwollenaren’, Sjoerd Feenstra, die zei ‘plekken van publieke waarde’ tot stand te willen brengen. ‘Door toekomstige bewoners al bij het begin van de ontwikkeling te betrekken, ontstaat openheid in de stedenbouw en vormt zich een lokale gemeenschap’, zo had hij ervaren. Dit kan in zowel kleine als grote projecten, ook in gebieden met een hoge stedelijke dichtheid.  

Revolverend 

Daar was Marieke Mentink (Dura Vermeer) het helemaal mee eens. Zij sprak over de ontwikkeling van Suikerzijde in Groningen, waar men nadrukkelijk in het vroegste stadium publieke en private partijen en bewoners bij de planvorming betrekt. Doel daarvan is het gedeelde verlangen te benoemen, iets wat houvast geeft aan het hele proces. En dat leidt niet tot vertraging, maar juist tot snelheid ‘want daarna wisten we precies wat we samen wilden’.  Zij sprak over het werken met een maatschappelijk kwaliteitsplan, wat het gedeelde verlangen concreet maakt.  Maar ook over de oprichting van een ‘revolverend fonds’, wat wordt gebruikt om relatief duurdere voorzieningen tot stand te brengen waarvan je weet dat ze later maatschappelijke en zorgkosten gaan besparen.    

Het idee van ’een maatschappelijk investeringsfonds is één van de kernpunten van het nog dit jaar te verschijnen rapport van het Watertorenberaad Samen Slim. Naar een maatschappelijk investeringsmodel voor gebiedsontwikkeling.  

Allerarmsten 

Ook Sander Heinsman, directeur-bestuurder van corporatie Portaal, zorgde voor een gevoel van urgentie door erop te wijzen dat het in tweehonderd wijken in Nederland niet goed gaat en dat juist die wijken steeds verder wegzakken. Het gaat daar om de notie dat sociale huisvesting langzamerhand verwordt tot de ‘verzamelplaatsen van de allerarmsten’, inclusief gestapelde sociale kwetsbaarheden. Dit brengt echt scherpere opgaven met zich mee dan we vaak geneigd zijn te denken. In het project Buur Utrecht in Leidsche Rijn worden ‘dragende en vragende’ bewoners bij elkaar gebracht en gewerkt aan een community van gemengd wonen. 

Vernieuwend was ook de presentatie van Joan Ronner van het bedrijf Area of People, dat met digitale middelen na oplevering ‘micro-dorpen’ bouwt. Zij doen dat niet door buurtbarbecues en spelavonden te organiseren, maar door mensen te helpen samen te werken in de dagelijkse sociale uitdagingen: betrokkenheid en verbondenheid kun je stimuleren met een slim opgezette bewoners-app, met actieve begeleiding. Want, zo betoogde ook Marius Wolderberg,  directeur van de Stichting Innovatiedistrict Spoorzone Zwolle, ‘niets gaat vanzelf’. Hij liet enthousiast zien hoe onderwijs, bedrijfsleven en maatschappij samenwerken om daar tot een innovatiedistrict te komen. ‘Dat moet je wel pro-actief programmeren.’  

Dat actief programmeren is wel in goede handen bij Remko van Kan van poppodium Hedon. Hij is actief betrokken bij de doorontwikkeling van het  Zwolse Noorderkwartier tot een cultureel gebied, waar cultuurbeleving centraal zou moeten komen te staan. Voor jong en oud, met een eigen geluid en gezicht, en bovenal: binnen én buiten.     

Het nieuwe rapport van het Watertorenberaad over slimmer samenwerken tussen sectoren in gebiedsontwikkeling via een maatschappelijk investeringsmodel is binnenkort op deze website beschikbaar. 

Bekijk hier de presentaties van deze conferentie.